Bindweefsel en ander (on-) gemak
Tien voor half drie, 12 oktober 2016… ik weet het nog heel goed. Nog heel even iets halen op de Kerkbrink, alvorens ik onze oudste uit school zou halen. Ik parkeer uit op de grote parkeerplaats op de Hazeslinger in Breukelen. Ik stop na een halve meter, het is druk en ik kijk of er geen kinderen, honden, rollatoren of andere bewegende wezens achter mijn auto langs komen.
Ineens zie ik het in mijn spiegel. Die rode lichten. Een elleboog die omhoog komt om een motor te starten. Ze kijkt in haar spiegel maar ziet niets. Nee, dit gaat toch niet gebeuren? Het gebeurt wel. Terwijl ik half in mijn ‘kijkdraai’ zit, geeft de dame die achter mij in de tegenovergestelde rij geparkeerd staat, een flinke peut gas en knalt achteruit. Er flits door mij heen ‘ontspan’ en tegelijkertijd zet mij zo schrap als ik kan. Een enorme klap met herrie volgt. Ik bonk heen en weer en hoor mijzelf roepen ‘nee!’. En het is gebeurd. Ik blijf zitten. Ben ik ok? Beweegt alles nog? Het duizelt. De dame van de lange station is al uitgestapt. ‘Oh nee, oh je’ en meer hoor ik haar zeggen. Ik open mijn portier en stap wat wankel uit. Een groepje mensen heeft zich om mij heen verzameld en kijkt me bezorgd aan. Ik verdraag hun blikken bijna niet. ‘Ga weg’, denk ik
“Ik zag je niet” roept ze uit.
‘Dat mag ik hopen’, zeg ik. Ze kijkt me niet begrijpend aan. ‘Expres had niet zo lief geweest’, leg ik uit. Ze vraagt of alles ok is en ik beaam van wel. Voor de zekerheid wisselen we gegevens uit en ik meld dat ik als de wiedeweerga mijn kind uit school moet halen en dus geen tijd heb voor oponthoud. Dan kijk ik naar mijn auto. Hmmm. Achter zijkant behoorlijk in de prak. Zou hij het nog doen? Ik start, en ja, wat schor gepiep maar hij rijdt. Bij school bekijks bij mijn auto maar ik wil alleen maar naar huis en plof daar (zachtjes) op de bank.
’s Avonds komt de dame nog langs met bloemen voor de schrik. Of ik echt nergens last van had. Wat duizelig, wat gevoelige schouders. Maar dat is het, echt, maakt u zich geen zorgen. Nis aan de hand. Dacht ik.
Tot de volgende dag. Ik wil mijn bed uit, maar kan niet op of om. Mijn hoofd bonkt, alles draait, mijn rug doet zeer en is onbeweeglijk. Ik voel mij alsof ik onder een trein gelegen had. Die middag kon ik nog bij een chiropractor terecht, die maakte dat ik in ieder geval kon zitten en mij kon verplaatsen.
Echt beter werd het niet. Bezoek huisarts daarna werd een bezoek eerste hulp. Ik zeg nog dat dat eigenlijk niet zo goed uitkomt, omdat ik ook nog met mijn kind naar een belangrijke afspraak in het Sophia Kinderziekenhuis van Rotterdam moet die middag. Ik moet naar de röntgen afdeling. Ongeduldig wachtend, kijkend naar de klok, mijn kind naast me, verwacht ik daarna dat de laborant mij ieder moment komt vertellen dat het loos alarm is en ik gewoon naar huis mag en dan door kan naar die afspraak.
De laborant komt inderdaad snel, maar kijkt bedenkelijk. Of ik mee wil naar het andere deel van het ziekenhuis. Er moet een scan gemaakt worden. Nu begint toch langzaam mijn hart iets sneller te kloppen en mijn kind ziet bleek. Onderzoeken volgen en uiteindelijk krijg ik van neuroloog en trauma arts te horen dat ik een wiplash, hersenschudding en… een gebroken nek blijk te hebben. Een oude breuk nog wel, die deze klap niet best ontvangen had. En, wisten de witte jassen ook nog mee te delen, als ik mazzel had, zou ik binnen twee jaar zo’n 70% hersteld zijn en deels weer kunnen wat ik nu kon.
‘Maar, u bent yoga docent? Niet zo’n handig beroep hierbij. En op uw hoofd staan is er nooit meer bij’. En bedankt. Ik begreep er niets van. Mijn nek? Zonder dat ik dat doorgehad heb?
Dan schiet er van alles door mij heen. Gebeurde dit werkelijk? Hoe dan? En Yoga Breukelen dan? En mijn kinderen? En mijn opleiding? Ineens herinnerde ik mij de vooravond van dit ongeluk. Ik had een meditatie gedaan waarin ik gemerkt had dat ik moeilijk contact kreeg met mijn onderrug. Ik had mij voorgenomen om daar meer aandacht aan te besteden. Zodra ik tijd had natuurlijk. Het Universum heeft mij daar versneld en bijzonder doeltreffend bij geholpen. Mijn onderrug was wel zo aanwezig dat ik er op geen enkele manier aan kon ontkomen. L2 stond scheef. En C4 gebroken. ‘Het zal’, dacht ik toen nog. Mijn ontvangst stond op een andere frequentie…
De tijd verstreek en ik deed keurig rustig aan, was al wel gelijk zo wijs om echt niet te werken en er dan maar een smak geld tegenaan te gooien om vervangende docenten voor mijn groepen te zetten. Kleine bewegingen, alles langzaam. Met mijn nek mocht ik tenslotte nog een heel lang leven. Veel adem- en ontspannings oefeningen. Hoewel de tranen zo nu en dan al wel spontaan uit mijn ogen rolde, was ik tot dan toe nog steeds in een soort staat van verwarring: wat gebeurde er toch? Wat maakte dat ik echt even helemaal stil moest staan? Een ongeluk? Ik? Een nekslag, zo voelde het.
Het werd november en ik zag de opleiding aankomen waar ik mij in februari al voor ingeschreven had. Module 2 yin bovenste lichaamshelft nota bene. Hoewel ik echt al wel een stuk leven geleefd en beleefd had, verliefd op de yin, was ik nog niet echt bekend met de betekenis van delen in het lichaam, quantum energie en achtergronden van blessures en aandoeningen. En dus belde ik, heel onschuldig, naar Sneek om te vragen of ik wel welkom was met mijn nek en aanverwanten. Zeker omdat ik ook niet lang kon zitten en wat langer concentreren een enorme uitdaging was. De docent had doorgegeven dat ik juist moest komen. Dat was heel fijn voor mij, maar ook voor hem. Live oefenmateriaal. Dat doet het het best. En zo begaf ik mij begeleid naar het Noorden van ons land. Sneek. Of all places…
De eerste dag begon. Na een algemene yin les, wat verzachten en vernieuwen van bindweefsel all-over, begonnen we met de wervelkolom van boven naar beneden. Eerst … een twisted roots. Ik voel mij nog liggen op het dunne matje op de houten vloer. ‘Draai je knieën naar rechts, spreid je armen en laat je hoofd wat naar links komen’. Tot aan die armen deed ik mee. Daar stopte het. Ik bleef roerloos liggen. Ik moest immers voorzichtig zijn met mijn nek, had de neuroloog mij op het hart gedrukt. Nogmaals klonk het klassikaal ‘en laat je hoofd naar de tegengestelde richting van je knieën komen’. En nog steeds bleef ik met mijn hoofd in het midden liggen. Ik durfde het gewoon niet en dacht ‘praat jij maar door, ik blijf liggen zoals ik lig. Mijn bindweefsel is momenteel vooral knoepelvastgebonden weefsel’. Nog een poging werd gewaagd: ‘laat je linkerwang naar de vloer links van je komen’. Ik voelde dat deze voor mij was en wilde wel, maar mijn angst was groter dan mijn wil. Ik hoorde voetstappen. Oh nee he… Er knielde iemand naast mij neer. Ik herkende vanuit een gespleten ooghoek, natuurlijk, de zwarte broek… De warme energie en de zachte maar zekere handen. Een centimeter of twintig naast mij. Daarna volgde dichterbij een hand. Open en vlak naast mijn wang. Ik voelde de uitnodiging. Het vertrouwen. De afstemming. Mijn handen werden klam. Een soort magneet naast mij. Wel-niet-wel-niet. En toen.. een minimale beweging. Iets in mij ‘wist’ dat deze hand niet uit zou nodigen als er ook maar één vezel zou twijfelen dat het kon. En daar ging ik… op weg… millimeter voor millimeter. En de hand en de energie wachtte geduldig. Het werd zwart, oranje en rood voor mijn gesloten ogen. In mijn beleving een eeuw, op de klok een minuut of vijf, later, lag mijn linker wang in de hand links van mij op de grond. En bleef daar liggen. Het zweet gutste van mij af en daar…. kwamen de tranen. Van een heel leven, zo leek het. De energie bleef naast mij zitten. Ik hoefde niks. De opluchting. Een zucht. Verlichting.
Drie dagen in het Friese. Laverend tussen spanning, loslaten, fysieke en emotionele pijn volgde. Toen ik maar liefst drie keer in silent- en in cats pose vertoefd had, voelde het alsof mijn hoofd met een hamer in mijn romp geslagen was. Op mijn vraag of dat echt wel ok was, glimlachte de kale man die mij vier jaar later zo vertrouwd is. En die blik was genoeg. Geduld, zeker? Nog geen dag later, kon mijn hele nek van links naar rechts draaien en was er voor het eerst sinds twee weken het gevoel dat er ook een nek was tussen mijn hoofd en schouders, waar gewoon ruimte was. Ik reed terug naar huis. Zelf. En besloot ook mijn longmedicatie maar eens overboord te gooien. Zonder verder overleg. Aan de bel trekken kon altijd nog. Het kon. Het was tijd. Ik wist het.
De eerste tijd daarna nog wat onzeker. Door stil te staan, had ik veel tijd om te voelen, te reflecteren. Was dit hoe ik het wilde? Een aantal drastische veranderingen binnen mijn studio volgde. Onzekerheid ook. Kon ik het nog wel, na drie maanden geen enkele les gegeven te hebben nu weer op mijn docentenmat klimmen? Zou ik niet alles ‘kwijt’ zijn? Zou niet alles, met mijn hersens mee, door elkaar geschud zijn? Eenmaal op mijn mat, gebeurde het, natuurlijk, vanzelf. De woorden, de toon, de pauzes. Mijn hart dat zich verbond. Mijn wortels stevig in de aarde. De juiste houding voor de juiste groep en mijn hand weer precies daar waar deze mocht zijn. Veelal… op mijn eigen hart…
Na de boosheid, kwam er ruimte. En… ik schreef mij in voor het vervolg op de yin modules tot nu toe. Daar kwam yin medicine 1 en 2… en ‘Thoracaal’ en ‘de nek en schouders’… de betekenis van L2 en C4. Bij alleen al het horen ervan, stokte mijn adem. Zonder gelijk beeld te hebben of een concrete situatie, sloeg het in als een bom. Ik stond volledig op ontvangstand afgestemd op alle informatie die die vier dagen gegeven werden. Tranen, mijn borstbeen in de kramp. Kon dat? Ja, dat kon. Mijn luchtpijp die keer op keer samenkneep. Een hart dat gewoon fysiek pijn deed. Dromen… flash backs… puzzelstukjes die in elkaar vielen. Gebeurtenissen uit mijn leven, overtuigingen, patronen… ik zag ze, hoorde ze, verstond ze…meer, dieper en anders dan ooit.
En mijn medicatie? Nooit meer ingenomen. En mijn longen? Gingen met sprongen vooruit. Mijn nek? Vanmorgen stond ik nog op mijn hoofd. Vier maanden na het ongeluk al. Niet om mijzelf of wie dan ook iets te bewijzen. Wel… omdat ik dat zo nu en dan gewoon heel lekker vind. Het mij weer even een ander perspectief geeft. En omdat ik wilde voelen of ik inderdaad in contact was met mijn lijf en er op durfde te vertrouwen.
Wat een diagnose allemaal kan doen… Wat als ik de artsen gewoon klakkeloos geloofd had? Niet meer was gaan werken, bewegen, vooral heel voorzichtig was gaan leven? Ik had ze bijna geloofd. Bijna. Want al mijn hele leven heb ik een oersterk gevoel in mij dat wil overleven, wil leven, groeien en beleven. Terwijl de Westerse wetenschap mij een andere boodschap gaf. Levenslust en levenskracht en een diep gevoel dat ik dat nog heel lang mag blijven behouden.
Vier jaar later…De dankbaarheid, nog iedere dag, dat yoga en vooral de yin yoga op mijn pad gekomen is. En dat ik voor Sneek gekozen heb. Dat ik de informatie van ‘de kale man en de zekere handen’ kon verstaan en geïntegreerd heb. Dat ik daar zo veel gelijkgestemden heb ontmoet, waar ik mij nog iedere dag weer mee mag verbinden. Dankbaarheid ook, voor alle artsen uit die Westerse wetenschap. Ze hebben heel wat scherven voor mij opgeraapt en serieuze crisissen beslecht als ik weer eens al mijn fysieke grenzen overschreden had. Gewoon… omdat ik mij niet bewust was dat ze er wáren… en in die tijd… had ik ondanks al mijn reflectie en zelfonderzoek al die andere kennis gewoonweg niet verstaan, niet willen en kunnen ontvangen.
Dankbaar voor hoe veel ik geleerd heb over mijzelf en hoe ik nu alles uit mijn leven bij elkaar gebracht heb ten gunste van vooral mijzelf maar ook van anderen. Hoe mijn deuken (mijn bindweefsel) mijn vriendjes en gidsen zijn geworden en zelfs getransformeerd tot… mijn kwaliteiten en talent. Hoe ik mij nu vrij voel in mijn doen en laten, in verbinding ben met mijzelf, mijn Lief en lieven om mij heen. Hoe er meer en meer mooie mensen om mij heen geraken, waarmee het stroomt. Waar je niets bij hoeft te zeggen, omdat je samen al voelt wat er ‘is’. Hoe alles stroomt, de dingen die ik in beweging zet ook lukken en veel meer dan dat. Dat het gewoon…vanzelf ontstaat….Van overleven naar… Zijn.
Hallo lieve yin. Hallo ik. Welkom. Geen franje meer. Gewoon, ik. Natasja. Dankjewel Lief Leven.